Vechten voor jezelf. Raad eens wie er wint?
(Fighting for Ourselves—Guess Who Wins?)
Workshop voor Aziatische leiders in Storrs, Connecticut, VS, juli 2010
Al onze patronen hebben hun oorsprong in onze vroegste pijn.
Omdat we die niet ontladen hebben, maakt deze pijn ons kwetsbaar, zodat we daarna steeds weer pijn gedaan worden. Dat zijn de pijnpatronen waar we het meest aan gewend geraakt zijn, die ons doen denken dat het leven er wel zo uit moet zien. Het voelt moeilijk om ze aan te pakken. We hebben het vechten voor onszelf niet gemakkelijk op gegeven. Niemand van ons heeft zich snel aan pijn gewonnen gegeven. We hebben weerstand geboden totdat het ondragelijk leek, totdat het hopeloos leek of te gevaarlijk om nog langer weerstand te bieden. “Dat kan ik niet nog eens proberen”.
Nu moet je terug om het weer te proberen. Welke gevoelens zul je tegenkomen? Je ergste gevoelens. Dat het ondraaglijk is, dat het zinloos is om het weer te proberen, dat je het op moet geven. Al die gevoelens zullen zich aandienen, dat verzeker ik je. Er is geen manier om dat te vermijden. Je hebt het pas opgegeven toen de situatie te erg voor je werd. De menselijke geest geeft het nooit gemakkelijk op. Pas als de pijnpatronen een vaste plek hebben gekregen. Daarna geven we het gemakkelijk op. We kunnen het al opgeven voordat we het zelfs maar proberen. Al die pijnpatronen zijn nu aanwezig, we geloven ze en we denken dat de werkelijkheid zo hopeloos is als hij was tijdens de pijnlijke gebeurtenissen in ons verleden.
Toen heb je het onderspit gedolven maar het is belangrijk om te beseffen dat je geen keus had. De omstandigheden lieten niet toe dat je zou winnen. Je had geen volwassenen om je heen die kinderen begrepen. Niemand begreep HC. Maar dat is allemaal niet waar als het over je leven van nu gaat. De objectieve werkelijkheid is veranderd sinds je pijn gedaan bent. Je was het altijd al waard om voor te vechten, maar toen waren de omstandigheden er niet naar dat je dat gevecht kon winnen. Je bent het nog steeds waard om voor te vechten en nu verkeer je misschien in de juiste omstandigheden om te kunnen winnen. Maar je hebt nog steeds al die oude verwarrende gevoelens.
Dus moet je je denkkracht gebruiken om een besluit te nemen, tegen al die gevoelens uit het verleden in. Je moet ophouden met deze gevoelens voor waar te houden. Ze zijn niet de feitelijke waarheid over jou in het heden. De feitelijke waarheid van vandaag ben jij, en de persoon naast je. Buig je naar elkaar toe en houd je wang tegen die van die persoon. Toe maar! De reden dat je dat nog niet gedaan hebt, pas toen ik het zei, is gelegen in die vroege nederlagen. We zouden het helemaal niet accepteren om zo alleen te zijn, als we vroeger niet zo veel nederlagen geleden hadden waarover we niet hebben kunnen ontladen. We zouden anders alsmaar dichter bij elkaar komen, bij elke gelegenheid.
Nederlagen zijn prima. Dat we er niet over ontladen niet. We zullen vaker verslagen worden, en daar kunnen we van leren en er wijzer van worden als we doorgaan met ontladen. We kunnen niet elke nederlaag vermijden, maar dat is echt het probleem niet. Het probleem is dat we er niet van hebben kunnen herstellen. En nu voelt het nog steeds alsof we er niet van kunnen herstellen. Het voelt alsof we ons volledige leven niet terug kunnen krijgen en dat we het beste moeten maken van wat we nog over hebben.
Dat is niet waar. Als we maar bereid zijn om er over te ontladen, kunnen we alles terugkrijgen wat we willen.
Je zult nu moeten vechten om over die vroege pijn te ontladen. Je kunt de pijnpatronen niet kwijtraken door alleen over je rol als slachtoffer te ontladen. Het is ook niet genoeg om de onrechtvaardigheid ervan te erkennen. Je moet je er tegen verzetten. Wat toen gebeurd is kun je niet veranderen, dat zal niet lukken. Maar je hoeft het er niet mee eens te zijn. Je hoeft het niet eens te zijn met wat er met je gebeurd is. Je kunt je er tegen verzetten. Je kunt tegen elke mishandeling zijn, van welk kind ook. Je kunt opstaan tegen elke vorm van onderdrukking die uitgespeeld wordt, op welk moment dan ook. Ook al kan je nog niet voorkomen dat het gebeurt. Je kan hier steeds goed over na blijven denken.
Ik wil dat je je op de volgende manier opstelt: “Ik had geen keus toen het gebeurde, maar nu wel en ik ben van gedachten veranderd. Ik denk er nu anders over, en ik wil het allemaal terug. Ik wil elk deel van mijn heldere denken terug. Ik sta er op. Of het me nu lukt of niet, ik sta er op alles te doen om het mogelijk te maken. Ik ben vast van plan dat te doen, of ik het nu wel of niet onmiddellijk kan.”
We moeten al onze geestkracht gebruiken om besluiten zoals deze te nemen, tegen onze pijnpatronen in. Het lijkt heel moeilijk omdat we zo ontmoedigd zijn. Het helpt heel goed als iemand anders het er steeds weer over heeft. Dat is mijn werk. En het is nodig dat wij het hier aandurven om elkaars instemming hiermee te horen. Om iemand te horen lachen als wij lachen. Elk ondersteunend geluidje helpt ons een beetje verder te denken, omdat dat het gevoel tegenspreekt dat dit een eenzame en hopeloze strijd is.
Dus laat me het ronduit zeggen: we gaan dit winnen. We gaan winnen, zonder twijfel. Er is geen andere mogelijkheid. Als er eenmaal ideeën opborrelen en anderen ze kunnen oppikken, boeken we vooruitgang, ook al kan het een tijdje langzaam en moeilijk gaan. Deze groep gaat verder en wordt steeds groter. Wij gaan er voor zorgen dat dit gebeurt.
Ik weet dat het op dit moment bijna niet bereikbaar lijkt en dat het moeilijk voor je zal zijn om er aan te werken in sessies buiten deze groep. Zozeer zijn we pijn gedaan. Maar meer dan dat is er niet gebeurd. Als we het eenmaal op kunnen diepen, onder ogen kunnen zien, onze aandacht er op gaan richten en erover ontladen, kan het nooit méér macht krijgen. Maar wij wel. Dus raad eens wie er wint?
Present Time 161, oktober 2010
- - - -