Mijn creatieve brein terugwinnen
(Reclaiming My Creative Mind)
Arnhem, Nederland
Overgenomen uit de HC e-maillijst voor leiders van kunstenaars
Een van mijn vaste counselers, een kunstenaar, moedigde me aan om deel te nemen aan de ‘Reclaiming Creativity’ Zoomserie met Emily Feinstein (Internationale referentiepersoon voor de bevrijding van beeldende kunstenaars). Dat was voor mij een goed idee en een goede aanmoediging.
Als volwassen vrouw van Afrikaans afkomst heb ik altijd het idee gehad dat ik veel kan, behalve creatief zijn. Ik bewonder andermans kunstwerken maar ben zelf geen schepper. Dat is wat ik dacht.
Het was voor mij een enorme uitdaging en een tegenspraak om deel te nemen aan de bijeenkomsten over creativiteit onder leiding van Emily. Wat moest ik daar? Ik begon al voor het begin van de workshop te ontladen over het feit dat ik creatief was en ik kon iets meer begrijpen van mijn vroege pijn en van mijn overtuiging dat ik niet creatief ben.
Door Emily's eerlijke, warme, krachtige en vrolijke manier van leiden voelde ik me meteen thuis in de groep. Ik kon voelen dat ze geen twijfel had over onze goedheid. Ik kon besluiten om me niet in te houden.
Als zwart kind, geboren in een gekoloniseerd land, was het voor mijn ouders, die hard werkten om te kunnen overleven, moeilijk om mij voldoende aandacht te geven. Ze hadden geen tijd om met me te spelen. Ze zorgden ervoor dat hun kinderen genoeg te eten kregen en naar school konden gaan. Spelen was voor hen geen optie. Als katholiek kind werd van mij verwacht dat ik voor de volwassenen zou zorgen. Ik begreep dit niet en trok me steeds meer terug in mezelf.
Uitingen van speelsheid, losheid en onbevangenheid werden steeds minder gewaardeerd. Dit was pijnlijk en ik voelde me alleen. Geleidelijk aan geloofde ik dat mijn leven alleen goed was als ik dienstbaar was en voor anderen zorgde. Het voelde alsof ik mezelf verloor en daarmee het creatieve kind in mij.
In de ‘Reclaiming Creativity’-serie heb ik diepe pijn ontladen over het feit dat ik me niet goed voelde over mezelf en dat ik me alleen en gescheiden voelde van anderen. Ik reikte uit naar dat teleurgestelde kind en kreeg steeds meer een beeld van hoe ze was voordat ze het opgaf. Ik kon haar goedheid voelen, het plezier dat ze had en haar verwachtingen. Ik kon haar onvoorwaardelijke liefde voelen.
Toen ik in de leidersklas werd gecounseld, kon ik losjes en speels uitreiken naar mijn kleine ik (de jonge ik). Ik kon de lichtheid, het enthousiasme en de vreugde in mezelf voelen toen ik mijn brein terugwon. Mijn counseler en de anderen dansten met mij terwijl ik cliënt was. Wow, het was nogal een helingsproces, en dat is het nog steeds.
De gedachte dat ik niet creatief ben is iets om te ontladen. Ik heb besloten om nooit meer te zeggen dat ik niet creatief ben. Ik zal de pijn van het gevoel onbeduidend te zijn blijven genezen. Ik wil blijven dansen met dat kleine kind in mij. Ik heb nu een beter beeld van wat creativiteit voor mij betekent: vertrouwen in mijn brein, open zijn, van dat kleine meisje in mij houden, en voelen dat ik in contact ben met anderen.
Present Time 201, Oktober 2020
- - - -