Re: Samen opstaan en onze stem verheffen tegen onrechtvaardigheid
(Re: Standing together and raising our voices against injustice)
Reactie op de HC e-maillijst voor Community Members d.d. 05-06-2020
Ik heb waardering voor iedereen die op deze e-maillijst heeft geschreven over de moord op Mr. George Floyd. Zichtbaar te zijn met mijn stemmen, mijn geest, is een tegenspraak tegen de boodschap van het racisme.
Zoals ik met mijn HC-gebied deelde, ontlaad ik erover hoe mijn hart breekt over het racisme en het effect ervan op mij en mijn mensen. Voor mij is het alsof een stuwdam doorbreekt of een etterende wond openbarst. Sommigen van ons, zoals ikzelf, voelen zich misschien geschokt en verdoofd, of vinden het in eerste instantie moeilijk om iets te delen met mensen die niet van Afrikaanse afkomst zijn.
Ik denk dat het eerste wat iedereen moet doen ontladen, ontladen, ontladen is. Er zijn ongetwijfeld veel gevoelens die bij iedereen opkomen. Ik denk dat het belangrijk is dat onze bondgenoten meedogenloos eerlijk zijn in het opmerken en ontladen van de gevoelens die opkomen over de gruwelijke moord op Mr. Floyd en ook over alle gevoelens over de protesten en demonstraties.
Dit werk gaat niet over witte mensen die proberen om iets recht te zetten op eigen houtje. Dit gaat over het gebrek aan verbondenheid met prachtige mensen van Afrikaanse afkomst. Het gaat om het terugwinnen van die verbondenheid en het aangaan van het gevecht om daar bij te blijven en het echt te doen.
Er zijn eeuwenlang leugens en verkeerde informatie over ons verspreid. Onrechtvaardigheid, marginalisatie, mishandeling en moord op mijn mensen zijn ons ten deel gevallen. Er zijn talloze onbewuste gedragingen en onderdrukkende acties die we voortdurend moeten opmerken, er mee moeten dealen of ergens opslaan. Als je goed over ons na wilt denken moet je ons zien als volledig menselijk, gelijk aan jou in alle opzichten. En weten dat we een even briljante geest en een even goede ziel als ieder mens hebben, en net zulke prachtige mensen zijn als elk ander menselijk wezen.
De slechte behandeling en de ‘racistische’ boodschappen ten opzichte van mensen met een Afrikaanse afkomst is bewust en onbewust, en diep ingebed in onze samenleving. Het is belangrijk dat er erkenning komt van het gebrek aan contact, de verkeerde informatie en de onwetendheid.
Het misbruik, de mishandeling en de moord op mijn mensen zijn voor mij persoonlijk en hartverscheurend. In de jaren 50 werd een neef vermoord door witte mannen en een oom werd bedreigd met de dood, tenzij hij de staat voor zonsopgang verliet. Hij kwam 50 jaar niet terug, te bang om een brief aan zijn familie in die staat te sturen, of om terug te keren voor de begrafenissen van zijn moeder en een zus.
Toen ik ongeveer 10 jaar oud was kwam er een witte man naar onze kerk en dreigde naar ons huis te komen om mijn vader die avond te vermoorden. Verschillende mannen van de kerk gingen naar huis om hun geweren te pakken en wachtten bij ons thuis tot in de nacht. Drie witte boeren werden op de hoogte gesteld en beloofden mijn vader dat dit nooit weer zou gebeuren. Het gebeurde niet weer en deze mannen droegen jarenlang bij aan onze jaarlijkse thuiskomst, tot ze stierven.
Een keer tijdens het lopen op onze landweg, hadden drie blanke mannen in een vrachtwagen het op mij gemunt. Toen ik vorig jaar langs de weg een witte man tegenkwam zei hij tegen mij: "Ik kan jou en iedereen die op jou lijkt wel vermoorden."
In een bus zei een witte vrouw eens tegen me dat ik van de zitplaats naast haar moest opstaan omdat ik zwart was en stonk. Nadat ik haar beleefd had gevraagd of ze zich er bewust was in welke eeuw ze leefde, bleef ze denigrerende dingen over mij zeggen. Ik heb haar flink uitgescholden en tegen haar gezegd haar mond te houden en geen woord meer te zeggen. Dat deed ze. Toen ik later de bus verliet en een witte man ook uitstapte, feliciteerde hij me en vertelde dat ze vóór mij een zwarte man in de bus had lastiggevallen en dat hij, noch iemand anders, in de bus iets had gezegd.
Midden in de Katrina-ramp, toen veel meest zwarte bewoners vastzaten in een gebouw en om hulp vroegen, zei een kassabediende in een winkel met een grijns op zijn gezicht tegen mij: “Dus jij gaat die mensen daar helpen?" Ik heb de kassa niet in zijn gezicht gesmeten.
Gevolgd worden in de winkels alsof ik iets zou stelen.
Wachten in de rij om iets te kopen en degene aan de kassa kijkt naar de witte persoon achter me en zegt: “Volgende”. Toen ik er iets van zei, zeiden ze: "Oh, ik heb het niet gezien".
Een andere keer in een andere winkel was ik de enige die in de rij stond en de kassabediende kwam naar voren en vroeg luidkeels in de kleine winkel: "Wie is de volgende?" en hij wachtte om te zien of de twee andere klanten die wit waren, zouden zeggen dat ze klaar waren.
Ik kan je veel, veel meer van zulke situaties vertellen. Ik wil vooral dat je weet dat we bij voortduring meemaken dat we het mikpunt zijn en voortdurend slecht behandeld worden.
Er was zondag een Zoom-bijeenkomst met Barbara Love, waarbij bijna honderd HC-ers van Afrikaanse afkomst uit de diaspora kwamen opdagen. Het gaf ons enorme kracht om elkaar te zien, contact te maken en te ontladen. We delen de ervaring van het voortdurende belaagd worden door onderdrukkende boodschappen en racistisch gedrag.
Onze geschiedenis is dat we gestolen werden uit Afrika, en onderin een schip geketend werden onder de meest onmenselijke omstandigheden. Vele duizenden stierven tijdens de reis naar de Amerika’s. We werden verkocht, misbruikt en gruwelijk mishandeld. Afrikanen werden gezien als niet menselijk (wilden) en dom.
De werkelijkheid is dat we afstammelingen zijn van briljante en krachtige mensen, die een gevoel voor gemeenschap en verbondenheid bezitten. Het is belangrijk voor alle mensen om dat op de voorgrond in gedachten te houden. Het is belangrijk voor ons om samen op te staan tegen alle onderdrukking en onrechtvaardigheid.
Met veel liefs,
Marion Ouphouet
Seattle, Washington USA